Het SOLSPEC-ruimte-instrument, een spectrometer gespecialiseerd in het meten van het spectrum van de zonnestraling buiten de atmosfeer, richt zich nu al twee jaar naar de zon. SOLSPEC is één van de drie Europese instrumenten van de SOLAR-lading, die gewijd is aan het meten van zonnestraling van op het Internationaal Ruimtestation (ISS). Dit instrument is het resultaat van een lange en succesvolle Frans-Belgische samenwerking tussen de LATMOS-dienst van het Franse CNRS (PI: G. Thuillier) en het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA). Beide zijn gespecialiseerd in de atmosfeer van de Aarde en het onderzoek naar de ruimte-omgeving. Het ruimteveer ATLANTIS bracht het SOLSPEC-SOLAR-instrument in een baan rond de Aarde op 7 februari 2008. Astronauten installeerden het op een extern platform van de Europese Columbus-module van het ISS. Op 5 april 2010 viert SOLSPEC haar tweede verjaardag van de eerste zonnemetingen verkregen buiten de Aardse atmosfeer.
De Belg Jerome Clevers is één van de vier overgebleven kandidaten om in Rusland een volledig gesimuleerde missie naar Mars uit te voeren. De selectie werd bekend gemaakt door het Europese ruimtevaartagentschap ESA dat uiteindelijk twee kandidaten zal aanduiden. Het Mars-500 experiment moet deze zomer van start gaan en zal plaatsvinden in een speciaal gebouwde habitat dat zich in de faciliteiten van het Russisch Instituut voor Biomedische Problemen (IBMP) bevindt. De volledig gesimuleerde Marsmissie zal uitgevoerd worden door zes crewleden die vooral zullen getest worden op vlak van menselijk uithoudingsvermogen. Net zoals een echte reis naar Mars zullen de crewleden er 250 dagen over doen om Mars te bereiken waarna ze 30 dagen op de planeet zullen wonen en werken. De gesimuleerde reis terug naar de Aarde zal uiteindelijk 240 dagen duren. De overige drie Europese kandidaten komen uit Frankrijk en Italië. Op 22 maart zal ESA de twee geselecteerde kandidaten aan de pers voorstellen in ESA’s European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Noordwijk.
Klik hier voor de ESA-website over het Mars-500 experiment!
Op 14 januari 2005 daalde de Europese Huygens ruimtesonde af in de atmosfeer van de Saturnusmaan Titan. Huygens bevond zich tijdens zijn reis naar Titan aan de Cassini ruimtesonde dat vandaag de dag Saturnus met zijn manen nog steeds bestudeerd. Dit was de eerste maal in de geschiedenis van de mensheid dat een ruimtetuig afdaalde tot op het oppervlak van een maan rondom een andere planeet. Tijdens zijn afdaling in de atmosfeer van de grootste maan van Saturnus stuurde de 320 kilogram zware Huygens vier uur lang data naar de Cassini ruimtesonde. Uiteindelijk landde Huygens zeven jaar nadat het vertrokken was vanop Cape Canaveral op het oppervlak van Titan van waar het tuig 70 minuten lang informatie doorstuurde. De zes instrumenten aan boord van Huygens namen de eerste foto's vanop het oppervlak van Titan en bestudeerden zowel het oppervlak alsook de atmosfeer van deze maan. Huygens, waarin België een niet onbelangrijke rol speelde, was zowel op technologisch alsook op wetenschappelijk vlak één van de grootste successen uit de Europese ruimtevaartgeschiedenis.
Vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana werd op 18 december de zevende Ariane 5 draagraket van dit jaar gelanceerd. De 780 ton zware Ariane 5 EGS raket vertrok om 17u26 Belgische tijd vanop het lanceercomplex ELA 3 waarna het 59 minuten later met succes een militaire spionagesatelliet uitzette in een baan om de Aarde. Helios 2B heeft een gewicht van 4,2 ton en is de tweede kunstmaan uit het Franse militaire Helios 2 programma waarin ook België, Spanje, Italië en Griekenland participeren. Dankzij de deelname van België aan het Helios 2 programma krijgt het Belgische leger sinds de lancering van de Helios 2A satelliet in december 2004 toegang tot beelden die gemaakt werden door spionagesatellieten.
Wetenschappers zijn al vele jaren op zoek naar de precieze invloed van de zon op onze planeet en zijn klimaat. In 1998 werd door het aëronomielabo van het Franse centrum voor wetenschappelijk onderzoek (CNRS) een project voorgesteld waarbij een satelliet vanuit een baan om de Aarde onze ster nauwkeurig zou observeren. Nadat het project te kampen kreeg met budgettaire problemen begon men in 2005 uiteindelijk aan het ontwerp en de bouw van de satelliet en zijn instrumenten. Deze kunstmaan werd genoemd naar de 17 de-eeuwse Franse sterrenkundige, Jean Picard, die voor het eerst met een grote nauwkeurigheid de diameter en zijn variaties van de zon kon bepalen.
Frank Daerden van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) is een expert op vlak van ijswolken die ondermeer op andere planeten voorkomen. Deze ijswolken spelen ook een belangrijke rol in het gat in de ozonlaag. Nadat dr. Frank Daerden al uitvoerig ijswolken op Aarde had bestudeerd, hielp hij mee aan de ontwikkeling van een computermodel dat voorspelt hoe groot het ozongat in de atmosfeer van onze planeet wordt. Doordat wetenschappers in het verleden vermoedden dat er op Mars eveneens ijswolken zouden voorkomen, aangezien Mars het meest op de Aarde lijkt, werd het computermodel aangepast voor de 'rode planeet'.
Naast de in België gebouwde PROBA-2 kunstmaan wordt op 2 november ook de Europese Soil Moisture and Ocean Salinity (SMOS) aardobservatiesatelliet in de ruimte gebracht. SMOS is met zijn 355 kilogram de hoofdvracht tijdens de lancering en heeft een belangrijke opdracht. Eenmaal in een lage baan om de Aarde zal het ruimtetuig ondermeer de vochtigheid van de aardbodem onderzoeken. Daarnaast zal SMOS ook het zoutgehalte aan de oppervlakte van de oceanen meten. De data die zal afkomstig zijn van ESA's nieuwste aardobservatiesatelliet moet wetenschappers een beter inzicht geven over de watercyclus op onze planeet waardoor men een beter beeld moet krijgen over weerkundige- en klimatologische gebeurtenissen.
Op 30 september vertrok vanop de Baikonur lanceerbasis in Kazachstan de Soyuz TMA-16 ruimtecapsule met aan boord drie ruimtevaarders. Nadat de Soyuz TMA-17 ruimtecapsule om 09u14 Belgische tijd gelanceerd werd, koppelde de bemande ruimtecapsule zich 9 minuten later probleemloos los van de raket. Het Russische ruimtevaartuig zal de Russische kosmonaut Maksim Surayev en de Amerikaanse astronaut Jeffrey Williams naar het internationaal ruimtestation ISS brengen. Eenmaal de ruimtecapsule aangekomen is bij het ruimtestation zullen de twee ruimtevaarders er deel uitmaken van de nieuwe permanente ISS bemanning waarvan Frank De Winne deze maand gezagvoerder wordt. De derde ruimtevaarder die meereist naar het ISS is de Canadese ruimtetoerist Guy Laliberté die in 1984 het befaamde Cirque du Soleil oprichtte. In tegenstelling tot de andere twee ruimtevaarders zal Laliberté samen met de Rus Gennady Padalka en de Amerikaa Michael Barratt na enkele dagen opnieuw naar de Aarde keren met de Soyuz TMA-14 ruimtecapsule. Met de drie ruimtevaarders wordt ook een Vlaams experiment naar het ruimtestation gestuurd dat het effect van micrograviteit op cellen moet onderzoeken. Zo zullen onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Gent en K.U. Leuven gebruik maken van gistcellen om het effect van gewichtloosheid te bestuderen. De speciaal ontwikkelde incubator waarin men het experiment zal uitvoeren zal uiteindelijk na enkele dagen samen met ondermeer Guy Laliberté terugkeren naar de Aarde.
Sinds 2008 heeft de NASA een lander (Phoenix) in het hoge noorden van de planeet Mars. Wetenschapper Frank Daerden van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) helpt als enige Europeaan bij het analyseren van de nieuwste gegevens over wolken en neerslag in de Marsatmosfeer. Dr. Daerden bepaalt de grootte van nooit eerder waargenomen vallende ijskristallen. Science magazine publiceert het volledige verhaal op 3 juli. De NASA-Phoenix-missie landde op Mars op 25 mei 2008 en was de eerste missie naar het hoge noorden van de rode planeet. Aan boord bevond zich een Canadees meteorologisch station voor het meten van de lokale weersomstandigheden.
In 2005 vernamen de mensen van het VTI Sint-Lucas te Oudenaarde dat er een mogelijkheid bestaat om communicatie te maken met het Internationaal Ruimtestation (ISS). Men bleef niet bij de pakken zitten en ondernam meteen de nodige stappen om eventueel in aanmerking te komen voor een gesprek met de astronauten aan boord van het ISS. Na het doorlopen van de nodige procedures werd het voorstel van het VTI Sint-Lucas uit Oudenaarde, voor een radiocontact met Frank De Winne gedurende zijn verblijf ISS, goedgekeurd. De school opteerde bovendien ook voor de optie om eigen ontworpen realisaties zoals antennes, noodvoeding etc. te gebruiken voor een up- en downlink (VTI Sint-Lucas Oudenaarde <> ruimtestation) waardoor dit project een unieke meerwaarde kreeg. Binnen de leerplannen van de vakken elektronica en telecommunicatie aan het VTI Sint-Lucas was onderwijzer en bezieler van het project Patrick De Temmerman in staat om samen met mijn leerlingen deze ontwerpen gestalte geven.