Het Planetarium van Brussel is een van de meest herkenbare en geliefde wetenschapsinstellingen van de Belgische hoofdstad: een karakteristieke groene koepel op de Heysel/Heizel-vlakte die al generaties bezoekers uitnodigt om naar de sterren te kijken, ook al gebeurt dat binnen, onder een projectiekoepel.
De geschiedenis van het planetarium is verweven met wereldtentoonstellingen, wederopbouw, technologische vernieuwing en een voortdurende nadruk op educatie en publiekswerking. In dit artikel schetsen we de belangrijkste momenten uit de geschiedenis, beschrijven we welke technieken en activiteiten er plaatsvinden en leggen we uit waarvoor het planetarium vandaag de dag dient.
Van Alberteum naar modern planetarium
Het verhaal van het Brusselse planetarium begint bij de Wereldtentoonstelling van 1935. Voor die gelegenheid werd het zogenaamde Alberteum (Aedes Scientiae) opgericht, een paviljoen gewijd aan wetenschap met onder meer een planetariumfunctie. Door de jaren heen kende het paviljoen periodes van sluiting en heropening (onder andere rond de Expo 58), maar uiteindelijk sloot het oorspronkelijke complex in 1966 en werd het begin jaren 1970 afgebroken. Op basis van plannen uit 1969 werd een nieuw planetarium gebouwd tussen 1971 en 1973 en officieel ingehuldigd in 1976; dat nieuwe gebouw is grotendeels het planetarium dat we nu kennen. In 1979 werd het planetarium geïntegreerd bij de Koninklijke Sterrenwacht van België (Royal Observatory of Belgium), waardoor het organisatorisch en inhoudelijk nauwer verbonden raakte met professionele astronomische expertise en federale wetenschapspolitiek. Die band met de Sterrenwacht zorgde ervoor dat het planetarium niet louter een toeristische attractie bleef, maar een volwaardig instrument voor wetenschapscommunicatie en onderwijs.
Architectuur en techniek
Een van de opvallendste kenmerken van het planetarium is de grootte van de projectiekoepel: ongeveer 23 meter in diameter, daarmee behoort het tot de grootste planetaria in Europa. Afhankelijk van bron en periode worden zitscapaciteiten rond de 350 tot 500 plaatsen genoemd; historisch waren er configuraties met grotere capaciteit, maar na herinrichtingen ligt de praktische capaciteit vandaag dichter bij de 350 stoelen. In het midden van de zaal stond lange tijd een klassiek optomechanisch Zeiss-projectietoestel (UPP 23/5) dat duizenden sterren, de banen van planeten en bewegingen van hemellichamen realistisch kon weergeven. In de 21ste eeuw onderging de technische installatie grote updates: in 2009 werd een digitaal projectiesysteem toegevoegd om de mogelijkheden van klassieke sterrenprojectie te combineren met moderne fulldome-films en digitale animaties. Recentere renovaties hebben de koepel en het projectiesysteem verder gemoderniseerd: meerdere high-end videoprojectoren (Barco-units aangebracht door specialisten zoals RSA Cosmos) en moderne software (o.a. systemen voor fulldome-weergave en planetariumsoftware) maken het mogelijk om zowel nauwkeurige nachtelijke hemelbeelden te tonen als spectaculaire 360°-verhalen over het heelal.
Heel wat activiteiten
De kernactiviteit van het planetarium is het geven van fulldome-voorstellingen: thematische shows van 30–60 minuten waarin het publiek ondergedompeld wordt in een visuele en auditieve reis door ruimte en tijd. Voorstellingen variëren van klassiek sterrenkundige onderwijs (hoe herken je sterrenbeelden, wat is de seizoensgebonden hemel) tot spectaculair ontwikkelde films over de geschiedenis van het universum, ruimtevaartmissies, planeten zoals Mars en Saturnus, en recente ontdekkingen in de astrofysica. De voorstellingen zijn vaak meertalig (Nederlands, Frans, Engels) en gericht op verschillende doelgroepen: kinderen, gezinnen, scholieren en geïnteresseerde volwassenen. Naast films organiseert het planetarium een breed scala aan publieksactiviteiten: lezingen en conferenties met experts, tentoonstellingen, astronomie-avonden (waar men live de nachtelijke hemel bespreekt of speciale gebeurtenissen zoals maans- en zonsverduisteringen toelicht), ontmoetingen met astronauten en educatieve projecten voor scholen. Het planetarium is ook betrokken bij Europese educatieve initiatieven en fungeert als nationaal knooppunt voor bepaalde internationale onderwijsprogramma’s (zoals ESERO-activiteiten en andere samenwerkingen). Dit maakt het tot een actief centrum van wetenschapscommunicatie en samenwerking.
Educatie
Het planetarium vervult een duidelijke educatieve missie. Jaarlijks bezoeken tienduizenden mensen, waaronder grote aantallen schoolgroepen, de zaal om kennis te maken met basisbegrippen van astronomie, ruimtewetenschap en technologie. Door de combinatie van wetenschappelijke inhoud, audiovisuele verbeelding en toegankelijke uitleg probeert het planetarium de nieuwsgierigheid te prikkelen en jongeren te enthousiasmeren voor STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Bovendien functioneert het als ontmoetingsplaats: evenementen, concerten onder de sterrenkoepel en samenwerkingen met culturele organisaties verbinden wetenschap met kunst en samenleving.
Het nut van een planetarium gaat verder dan entertainment: het is een instrument voor geletterdheid in de wetenschappen, voor kritisch denken en voor het scheppen van context rond actuele wetenschappelijke thema’s (bijvoorbeeld klimaatobservaties vanuit de ruimte, hedendaagse ruimtevaartmissies of lichtvervuiling en het behoud van donkere hemels). Door renovaties en technologische upgrades blijft het planetarium relevant: een moderne projectiekoepel stelt curatoren en wetenschapscommunicatoren in staat actuele ontdekkingen en visuele middelen te koppelen aan heldere narratieven voor het brede publiek. De ligging vlakbij bezienswaardigheden zoals het Atomium en de Brupark-zone helpt eveneens om een divers publiek te bereiken.
Binnenin het Planetarium van Brussel - Foto: Planetarium van Brussel
Website Planetarium van Brussel: https://planetarium.be/nl