Een internationaal team van astronomen is erin geslaagd om vijftien beelden vast te leggen van de binnenste randen van planeetvormende schijven op honderden lichtjaren van onze planeet. Die schijven van stof en gas, in vorm vergelijkbaar met een dikke vinylplaat, vormen zich rond jonge sterren. De beelden werpen nieuw licht op de vorming van planetenstelsels en werden gepubliceerd in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics.
In het kader van een EOS-project (Excellence of Science) heeft Véronique Dehant, onderzoeker van de Koninklijke Sterrenwacht van België, deelgenomen aan een studie over de vorming en de evolutie van de atmosfeer van Venus onder invloed van inslagen van asteroïden. Deze studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Geoscience, kwam tot de conclusie dat de asteroïden die bijdroegen aan het einde van de accretie van Venus, en bij uitbreiding van de aarde, te weinig water bevatten om oceanen mogelijk te maken.
Het UHasselt-studentenproject OSCAR-QUBE is door het Europees ruimteagentschap ESA geselecteerd om een wetenschappelijk experiment uit te voeren in het internationale ruimtestation ISS. De 15 UHasselt-studenten en doctoraatstudenten zullen het volgende anderhalf jaar werken aan de ontwikkeling van een kwantummagnetometer, waarmee ze vier maanden lang metingen kunnen uitvoeren in het ISS. “Orbit your thesis”, onder die naam startte de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA een programma voor Europese universiteitsstudenten en doctoraatsstudenten.
Dit voorjaar werd de Noordpool gekenmerkt door wat misschien wel het grootste gat in de ozonlaag is dat ooit over de Noordpool is geregistreerd. Het ozongat is een seizoensgebonden fenomeen dat jaarlijks boven het Zuidpoolgebied (Antarctica) wordt waargenomen als gevolg van het vrijkomen van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) in de atmosfeer door menselijke activiteit. Een ozongat boven de Noordpool is echter zeldzamer. Sinds het begin van de satellietwaarnemingen boven dit gebied in 1978 is er slechts één Arctisch ozongat ontstaan. Dit gebeurde in 2011 en het was aanzienlijk kleiner dan het ozongat dat nu wordt waargenomen. Ongebruikelijke meteorologische omstandigheden zijn verantwoordelijk voor dit uitzonderlijk fenomeen.
Het is ongelooflijk om te denken dat stukken van een protoplaneet - een kleine babyplaneet die nooit de kans heeft gehad om een echte te worden - verspreid zijn over het zonnestelsel en hun weg hebben gevonden naar de planeet Aarde, in ons tijdperk! En niet alleen dat, één stuk van de protoplaneet Vesta is zelfs helemaal tot in België geraakt. Het viel neer in 1971 in een schuur in het Waalse dorp Tintigny, met de heer Eudore Schmitz als getuige. Het werd toen toevertrouwd aan de dorpsleraar voor identificatie, maar raakte meer dan 40 jaar lang in de vergetelheid. Pas in 2017 werd het onder de aandacht gebracht van wetenschappers. Kort daarna schonken de kinderen en kleinkinderen van de familie Schmitz de meteoriet aan het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel, waar het nog steeds verblijft.
Er zijn veel artikels en uitspraken in omloop over de effecten van het Coronavirus op de luchtkwaliteit, ook van ons (zie artikel over NO2-vervuiling in China, Korea en Italië). We willen graag denken dat de luchtkwaliteit enorm is verbeterd sinds ons leven zo goed als stil is komen te liggen, maar zoals altijd is de werkelijkheid complex. Hier zijn een paar wetenschappelijke feiten voor u.
Genoeg gekookt in de ruimte, tijd om alles doorheen te schudden en schuim te maken! Het einde van de ene missie markeert het begin van een nieuwe voor het Belgische space operations centrum B.USOC. Op 6 maart zal de Amerikaanse astronaute Jessica Meir experimenten vervangen binnen het Fluid Science Laboratory (FSL)-rack in de Europese module aan boord van het Internationaal Ruimtestation (ISS). FSL is ontworpen voor experimenten met betrekking tot de studie van vloeistoffen in de ruimte en wordt beheerd door het Belgische controlecentrum in Ukkel (Brussel): het B.USOC (Belgian User Support and Operations Center).
De InSight-missie van de NASA naar Mars heeft sinds haar begin geprofiteerd van een belangrijke bijdrage van wetenschappers van de Koninklijke Sterrenwacht van België. Ze hebben de landingsplaats gelokaliseerd, het landingstraject gereconstrueerd en de seismische gegevens helpen interpreteren. Het journal Nature Geoscience heeft zojuist een serie van artikelen gepubliceerd waarin deze resultaten, behaald na tien maanden van observatie op de Rode Planeet, zijn gepresenteerd.
Met amper vijf weken te gaan tot de lancering is de picosatelliet PICASSO afgeleverd aan het Europees Ruimteagentschap (ESA) en met succes geïntegreerd in zijn lanceerdispenser. Het is de eerste CubeSat-missie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie en een van de 42 kleine satellieten die op 24 maart tegelijkertijd worden gelanceerd aan boord van een Arianespace Vega-raket vanaf ESA’s lanceerbasis in Frans-Guyana. PICASSO is gericht op aardobservatie en ruimtewetenschap. De twee wetenschappelijke instrumenten die PICASSO met zich meedraagt, zullen de ozonverdeling in de stratosfeer meten, het temperatuurprofiel tot in de mesosfeer bepalen en het plasma in de ionosfeer karakteriseren.
Op zaterdag 15 februari 2020 werd een instrument dat ontwikkeld werd door Antwerp Space in België met succes de ruimte in gebracht. Het stukje hardware, de Antwerp Space modem, bevond zich aan boord van de Cygnus NG-13 bevoorradingsmodule die met behulp van een Amerikaanse Antares raket vanuit NASA’s Wallops Flight Facility in Virginia in de ruimte werd gelanceerd. Het onbemande Cygnus NG-13 ruimtetuig was gevuld met bevoorrading voor de crew en hardware voor het Internationale Ruimtestation (ISS) en moet op dinsdag 19 februari vastgemaakt worden aan het ruimtestation. De Antwerp Space modem moet de communicatie vanuit het ISS richting aarde optimaliseren.