Na het succes van de eerste Amerikaanse geostationaire communicatiesatellieten halverwege de jaren ’60 kon Europa niet stil blijven zitten. Europa had al meermaals laten verstaan een grote interesse te hebben in mobiele verbindingen op zee en in de lucht en in communicatie met afgelegen gebieden. In 1973 werd door de European Space Research Organization (ESRO) het experimentele Orbital Test Satellite (OTS) programma goedgekeurd. Dit was gebaseerd op een Brits project. Groot-Brittannië was hierdoor dan ook verantwoordelijk als hoofdcontractor voor de bouw van de OTS satelliet. Het Belgische Bell Telephone Manufacturing Company (BTMC - later Alcatel Bell) werd in dit project betrokken voor de ontwikkeling van boordelektronica. Het OTS programma zou het antwoord worden op de Frans/Duitse Symphonie kunstmanen die in 1974 en 1975 gelanceerd werden.
Op 19 september 1977 werd van op de Cape Canaveral lanceerbasis een Amerikaanse Delta 3914 raket gelanceerd met in zijn vrachtruim de eerste OTS satelliet. Minder dan een minuut nadat de raket het lanceercomplex had verlaten explodeerde de raket in volle vlucht en ging de kunstmaan verloren. Opnieuw kreeg de jonge Europese ruimtevaart een tegenslag te verwerken maar voor het Belgische BTMC bleek deze mislukte lancering positief uit te draaien. Op het strand van het Amerikaanse Cocoa Beach werd een in België gemaakte ontvanger teruggevonden. Tot ieders verbazing bleek deze nog steeds te functioneren. Hierdoor bewees België dat de 'made in Belgium' onderdelen van zeer hoge kwaliteit waren. Uiteindelijk werd op 11 mei 1978 een tweede OTS satelliet gelanceerd door een Delta 3914 raket die dit maal wel in een geostationaire baan om de aarde gebracht werd. Aan boord van deze OTS 2 bevonden zich zes Ku-band transponders die ondermeer gebruikt werden voor telefoon en televisieverbindingen. Deze kunstmaan had een zeshoekige structuur. Twee zonnepanelen leverden 0,6 kW aan energie. Meer dan zes jaar nadat de OTS 2 in de ruimte werd gebracht, had het tuig zijn belangrijkste doel verwezenlijkt. Uiteindelijk besliste men in januari 1991 om de OTS 2 uit zijn geostationaire baan te halen waarna de satelliet in een zogenaamde 'graveyard orbit' werd geplaatst. Met het OTS programma zou Europa kostbare kennis verwerven die ervoor zou zorgen dat er in de jaren ’80 nieuwe Europese communicatiesatellieten zouden gelanceerd worden die afgeleid werden van het OTS project.