De Energetic Particle Telescope (EPT), aan boord van de in België gebouwde Proba-V satelliet, heeft de eerste metingen afgeleverd van de straling in de ruimteomgeving van de Aarde op lage hoogte. Op de eerste kaarten, die men aan de hand van de EPT-data kon samenstellen, is duidelijk de zogeheten 'Zuid-Atlantische anomalie' te zien. Dit is een gebied waar het binnenste deel van de Van Allen-gordels het aardoppervlak het dichtst nadert.
De Energetic Particle Telescope (EPT) werd ontworpen door een consortium bestaande uit het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA), het Center for Space Radiations (CSR) aan de UCL en het ruimtevaartbedrijf QinetiQ Space uit Kruibeke. Dit instrument aan boord van de Proba-V satelliet is een compacte en modulaire spectrometer voor het detecteren van energetische deeltjes vanuit de ruimte. Uiteindelijk is het de bedoeling om met de gegevens afkomstig van de EPT de modellen van straling in de ruimte te verbeteren. Zo is de studie van de Zuid-Atlantische anomalie van groot belang voor satellieten en andere ruimtevaartuigen met een baan op enkele honderden kilometers hoogte en baanhoeken tussen 35 en 60 graden aangezien deze banen ruimtetuigen periodiek door de anomalie brengen. Hierdoor worden satellieten en andere ruimtetuigen steeds enkele minuten lang blootgesteld aan hoge stralingsintensiteit. De ligging van de Zuid-Atlantische anomalie, aan de oostkust van Zuid-Amerika, hangt samen met het feit dat het centrum van het aardmagnetisch veld niet samenvalt met het middelpunt van de Aarde.