Het Europese ruimtevaartagentschap ESA heeft op 26 april 2012 een contract ter waarde van 300 miljoen dollar ondertekend met het Britse filiaal van het Europese bedrijf Astrium voor de bouw van ESA's Solar Orbiter. Europa wil in 2017 de Solar Orbiter ruimtesonde in de ruimte brengen die minstens zeven jaar lang moet onderzoeken hoe onze ster haar wijde omgeving, de zogenaamde 'heliosfeer', creeërt, beïnvloed en controleert.
Zo moet de Solar Orbiter ook uitgebreid onderzoeken hoe het magnetisch veld van de Zon tot stand komt. Om de heliosfeer te onderzoeken, zal de Solar Orbiter tot op 42 miljoen kilometer van onze ster gebracht worden (dichter tot de Zon dan de baan van Mercurius). Om tot op deze locatie te geraken, zal de Solar Orbiter een scheervlucht maken langs de Aarde en Venus. Uiteindelijk moet dit Europese zonne-observatorium voor het eerst ook de polen van de Zon gedetailleerd observeren. De bouw van de nieuwe ruimtesonde valt nu onder leiding van Astrium UK in Stevenage dat een consortium zal leiden van een hele reeks Europese bedrijven. Het ruimtetuig zal uitgerust worden met tien wetenschappelijke instrumenten die ontwikkeld worden door wetenschappers en onderzoekscentra uit Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten, Italië, Spanje, Zwitserland, Groot-Brittanië en België. Zo zal het centrum voor zonnefysica (Solar Influences Data Center) van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) de leiding hebben over de ontwikkeling van de Extreme Ultraviolet Imager (EUI). Met dit instrument wil men de atmosferische lagen boven de fotosfeer van de Zon in kaart brengen en bestuderen. De Solar Orbiter moet uiteindelijk het vervolg worden op de succesvolle Europese Ulysses, SOHO en Proba-2 missies die de afgelopen jaren de Zon zeer gedetailleerd hebben onderzocht. Deze missies zorgden ervoor dat wetenschappers meer leerden over ruimteweer en de invloed van de Zon op onze planeet en de mens.