Naast Italië en Frankrijk is België de derde grootste investeerder in het Europese Vega-programma. De ontwikkeling van deze nieuwe draagraket nam ongeveer zeven jaar in beslag en had een prijskaartje van meer dan 780 miljoen euro. België betaalde als ESA-lidstaat uiteindelijk 6,9% van de ontwikkelings- en testkosten. Volgens het Europese ruimtevaartagentschap ESA keert het geïnvesteerde geld vroeg of laat terug in de vorm van industriële contracten en vervolgcontracten.
Het Belgisch beursgenoteerde lucht- en ruimtevaartbedrijf Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques (SABCA) leverde de grootste Belgische bijdrage tot de nieuwe Europese Vega raket. Het bedrijf, dat in België drie vestigingen en ongeveer duizend werknemers heeft, leverde de onderste rand van de cylindervormige raketromp van de onderste Vega-rakettrap en ontwikkelde het Thrust Vectoring Control (TVC) systeem. Dit ingenieuze systeem bestaat per rakettrap uit twee zuigers die de straalpijp van de rakettrap enkele graden heen en weer kan bewegen. Bij het grote broertje van de Vega, de Ariane 5 raket, wordt een zelfde systeem hydraulisch aangedreven in plaats van elektromechanisch zoals bij de Vega. Het principe van het Thrust Vectoring Control systeem is gebaseerd op dat van een grote bout die men beweegt door aan de moer te draaien met een elektrische stappenmotor. Het systeem is van cruciaal belang aangezien deze de exacte baan van de raket bepalen. SABCA werkte ruim tien jaar aan het ontwerp van het TVC en het systeem is uniek in de ruimtevaart. In juni 2011 ondertekende SABCA een contract met de Italiaanse Vega-hoofdaannemer ELV voor de levering van onderdelen voor de eerste vijf Vega's. Het contract biedt binnen SABCA aan ongeveer zestig hoog opgeleide mensen werk.