In de nacht van woensdag 2 op donderdag 3 september 2020 heeft Europa voor de zestiende maal een Vega raket gelanceerd. Tijdens deze missie bracht de 30 meter lange Vega raket maar liefst 53 satellieten succesvol in de ruimte in opdracht van 21 klanten, afkomstig uit 13 verschillende landen. Onder de 53 satellieten bevonden zich ook twee Belgische picosatellieten. Deze belangrijke lancering had normaal al enkele maanden eerder moeten plaatsvinden maar werd verschillende keren uitgesteld als gevolg van de wereldwijde coronacrisis en slechte weersomstandigheden.
Belangrijke Europese lancering
Tot voor kort was het Europese lanceerbedrijf Arianespace marktleider in het lanceren van zware satellieten dankzij het succes van de krachtige Ariane 5 raketten. Met de komst van private ruimtevaartbedrijven als SpaceX is hier vandaag de dag verandering in gekomen en is de concurrentie bijzonder hard geworden. Terwijl een Ariane 5 raket per lancering gemiddeld ongeveer 190 miljoen euro kost biedt SpaceX zijn krachtige Falcon 9 raket aan tegen een prijs van ongeveer 50 miljoen dollar wanneer deze hergebruikt kan worden. Ondanks het feit dat Arianespace ook beschikt over een kleinere raket, de Vega, slaagt Europa er vandaag de dag ook niet in om een belangrijke speler te worden in het lanceren van kleine satellieten zoals CubeSats. Bedrijven als Rocket Lab en ook SpaceX hebben zich vandaag de dag gespecialiseerd in deze branche en bieden lanceringen aan tegen zeer lage kostprijzen (6 miljoen dollar voor een Electron raket van Rocket Lab). Om hier iets aan te doen riep de Europese ruimtevaartorganisatie samen met de Europese Commissie het Small Spacecraft Mission Service (SSMS) programma in het leven dat er moet voor zorgen dat er tijdens een lancering van een Vega raket zoveel mogelijk kleine satellieten in de ruimte kunnen gebracht worden. Op deze manier betalen klanten minder geld voor een lancering van een Vega raket (37 miljoen dollar) en kan Arianespace een belangrijke speler worden. Het concept achter het Small Spacecraft Mission Service (SSMS) werd bedacht door het Italiaanse Avio dat ook de hoofdaannemer is voor de bouw van de Europese Vega raket. In de praktijk gaat het om een speciaal platform, de 'dispenser', waarop tal van kleine satellieten worden bevestigd die vervolgens één voor één of soms ook tegelijk kunnen worden uitgezet in een baan om de aarde. Het grote voordeel aan dit concept is dat het verschillende soorten kleine satellieten, ongeacht omvang of gewicht, in de ruimte kan brengen tijdens één lancering. Zo kan men op dit platform een satelliet van 50 kilogram bevestigen alsook 30 satellieten van telkens 1 kilogram. Om dit concept in de praktijk te testen en te tonen aan zoveel mogelijk potentiële klanten stond de zestiende lancering van een Vega raket dan ook helemaal in het teken van het Small Spacecraft Mission Service (SSMS) programma waarbij het concept een zogeheten 'Proof of Concept' demonstratiemissie zou uitvoeren. Zo bracht Arianespace tijdens deze lancering maar liefst 53 kleine satellieten in de ruimte in opdracht van 21 verschillende klanten, afkomstig uit dertien verschillende landen. Al deze kleine satellieten, waaronder ook twee Belgische, werden door de raket uitgezet in een zon-synchrone baan om de aarde en zullen gebruikt worden voor verschillende toepassingen (aardobservatie, telecommunicatie, technologische ontwikkeling en wetenschappelijke onderzoek). De 53 satellieten hadden een totaal gewicht van 1,3 ton (inclusief dispenser). Iets meer dan veertig minuten na lift-off werden de eerste kleine satellieten losgekoppeld van de 'dispenser' en enkele minuten later waren alle 53 kunstmanen succesvol uitgezet in de ruimte.
Micro- en picosatellieten
De zwaarste satelliet aan boord van de Vega raket was de Amerikaanse Athena kunstmaan. Deze satelliet had een gewicht van 138 kilogram en werd ontwikkeld door PointView Tech LCC. voor experimentele communicatiedoeleinden. Zo wil het bedrijf achter deze satelliet in de toekomst een netwerk van satellieten uitbouwen dat wereldwijd internet moet aanbieden aan iedereen op aarde. PointView Tech LCC. is een dochteronderneming van Facebook. De tweede zwaarste vracht aan boord van de Vega raket was de Canadese ESAIL satelliet die een gewicht heeft van 110 kilogram en zal gebruikt worden voor het volgen van schepen met behulp van het Automatic Identification System (AIS) systeem. Tijdens deze lancering werd ook een Spaanse microsatelliet in de ruimte gebracht die een gewicht heeft van 45 kilogram. De Universidad Politécnica de Madrid Satellite 2 (UPMSat 2) moet nieuwe technologieën demonstreren en werd gebouwd door studenten van de Universidad Politecnica de Madrid (UPM). De overige satellieten die tijdens deze lancering in de ruimte werden zijn gebruikt zijn zogeheten 'cubesats' en wegen elk tussen de 1 en 6 kilogram. Zo werden er in opdracht van het Amerikaanse Swarm Technologies twaalf SpaceBEE cubesats in de ruimte gebracht die zullen gebruikt worden voor communicatiedoeleinden. Daarnaast bracht de Vega raket ook acht Lemur-2 cubesats in de ruimte die in opdracht van het Amerikaanse bedrijf Spire gaan gebruikt worden voor meteorologische doeleinden en het volgen van schepen. Aan boord van de Europese Vega raket bevonden zich ook 26 Flock-4 cubesats die elk ongeveer 5 kilogram wegen en gebouwd werden door het Amerikaanse bedrijf Planet Labs. Dit bedrijf beschikt vandaag de dag al over een netwerk van kleine aardobservatiesatellieten die gebruikt worden voor commerciële doeleinden. Naast deze grote groepen van cubesats bracht de Vega raket ook nog cubesats in de ruimte afkomstig uit Thailand (NAPA 1), Slovenië (TRISAT), Frankrijk (AMICan-Sat) en Estland (TTÜ100).
Twee Belgische satellieten
Ook voor België was deze lancering bijzonder belangrijk aangezien de Vega raket twee Belgische cubesats in de ruimte bracht. Terwijl de 4 kilogram zware PICASSO cubesat werd ontwikkeld door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) voor atmosferisch onderzoek ontwikkelde ook het KMI een 4 kilogram zware cubesat (SIMBA) die zal gebruikt worden voor onderzoek van de zon. PICASSO staat voor 'PICo-Satellite for Atmospheric and Space Science Observations' en werd uitgerust met twee instrumenten waarmee wetenschappers de ozonverdeling in de stratosfeer gaan meten, het temperatuurprofiel tot in de mesosfeer willen bepalen en het plasma in de ionosfeer gaan karakteriseren. PICASSO is het resultaat van een internationale samenwerking, geleid door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA-IASB), en met AAC Clyde Space Ltd (Verenigd Koninkrijk), ESA (European Space Agency), VTT Technical Research Centre (Finland) en het Centre Spatial de Liège (België). PICASSO werd gefinancierd door het In-Orbit Demonstration-element van ESA's General Support Technology Program (GSTP), door de Nationale Loterij en door het Federaal Wetenschapsbeleid, BELSPO. Deze Belgische cubesat zal één tot twee jaar operationeel zijn voordat hij op natuurlijke wijze in de atmosfeer opbrandt, lang genoeg om zijn technologische paraatheid en wetenschappelijk potentieel te bewijzen. SIMBA staat dan weer voor 'Sun-earth IMBAlance' en is een hoogtechnologische radiometer die zowel gaat meten hoe de Zon de Aarde opwarmt alsook hoe de Aarde afkoelt door het uitzenden van infrarode straling. Door dit te onderzoeken, kunnen wetenschappers meten hoeveel netto-energie er van de Zon op onze planeet achterblijft en welk effect dit heeft op het klimaat en de mens. Het SIMBA-instrument werd ontwikkeld door het KMI in samenwerking met de Koninklijke Sterrenwacht van België, het Franse onderzoek laboratorium LATMOS, de Vrije Universiteit van Brussel en de Universiteit van Luik, in het kader van het Solar Terrestrial Center of Excellence.