Vandaag de dag wordt ongeveer 90% van alle goederen wereldwijd getransporteerd door ongeveer 18 miljoen stalen containers. Deze containers worden over zee met schepen van het ene continent naar het andere gebracht waarna vrachtwagens over land de containers naar hun eindbestemming brengen. Het Belgische bedrijf Acrosoma in Lokeren, dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling van composietstructuren, is er met behulp van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in geslaagd om het gewicht van containers te verminderen waardoor deze 10% meer lading kunnen transporteren. Dit zorgt er uiteindelijk ook voor dat er minder vrachtwagens op de weg rijden en er minder uitstoot is van koolstofdioxide.
België heeft als laatste van de 26 lidstaten van de Europese organisatie voor de exploitatie van weersatellieten (Eumetsat) het Meteosat Third Generation programma goedgekeurd. De uiteindelijke goedkeuring van alle lidstaten is voor Eumetsat en zijn partner ESA, die alle wetenschappelijke instrumenten aan boord van deze satellieten ontwikkelt en bouwt, van zeer groot belang. Dankzij het Meteosat Third Generation programma is de verdere waarneming van het weer en het klimaat boven Europa, Afrika en de Atlantische Oceaan voor de volgende decennia verzekerd. Ondanks de moeilijke financiële toestand in Europa beslisten de 26 Eumetsat-lidstaten toch om te investeren in een nieuwe generatie weersatellieten.
Op 26 november werd vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana een Ariane 5 draagraket gelanceerd met aan boord ondermeer de Europese Hylas-1 communicatiesatelliet. Wat deze Highly Adaptable Satellite (HYLAS) communicatiesatelliet zo bijzonder maakt is dat deze honderdduizenden mensen, die in afgelegen gebieden wonen in Europa, de volgende vijftien jaar zal voorzien van breedband internet. Daarnaast is dit ESA's eerste volledige satelliet die ontwikkeld werd door publiek-private samenwerking. De commerciële operator, het Britse Avanti Communications, heeft de grootste financiële bijdrage geleverd voor dit project terwijl de European Space Agency (ESA) samen met het ruimtevaartbedrijf EADS Astrium verantwoordelijk was voor de techniek en instrumenten aan boord van de 2,5 ton zware satelliet.
Op donderdag 21 oktober 2010 werd in het kader van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie de Tweede Internationale Conferentie over Ruimte-Exploratie gehouden. Deze ontmoeting had tot doel een gezamenlijke visie te definiëren voor Europa rond ruimte-exploratie. In juli 2008 werd het startschot van dit proces gegeven op een informele bijeenkomst van de Europese ministers bevoegd voor de ruimte. Een jaar later vond de eerste internationale conferentie over ruimte-exploratie plaats in Praag op 23 oktober 2009. Het evenement van 21 oktober, met dezelfde doelstellingen, was een succes voor de 29 lidstaten van de Europese Unie, de leden van de ESA en de aanwezige internationale partners.
Op 16 mei 1985 publiceerde het bekende wetenschappelijke tijdschrift Nature een artikel over het ozongat boven Antarctica. Sindsdien besteden wetenschappers veel aandacht aan de verarming van dit gas, in het bijzonder de onderzoekers van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA). De auteurs van het artikel, wetenschappers van de British Antarctic Survey, wezen op de spectaculaire vermindering van de gemiddelde hoeveelheid stratosferisch ozon boven de Zuidpool. Ze voerden deze metingen uit vanaf de Britse basis Halley Bay tijdens de oktobermaanden, van 1979 tot 1984. Dit artikel bracht een hypothetische link naar voor tussen deze ozonafname en de waargenomen toename sinds het begin van de jaren 1970 van chloorfluorkoolwaterstoffen in de aardse atmosfeer.
Het Europese ruimtevaartagentschap ESA heeft op 6 mei bekend gemaakt dat het zijn contract met drie jaar verlengd met het Europese satellietvolgstation in Redu. Tot drie jaar geleden werd het volgstation in de provincie Luxemburg uitgebaat door het Italiaanse Vitrociset waarna de taken werden overgenomen door het bedrijf Redu Space Services dat werd opgericht door Verhaert Space (Qinetiq Space) uit Kruibeke en satellietoperator SES Astra. Redu maakt deel uit van ESA's European Space Tracking Network (ESTRACK) en speelt een zeer belangrijke rol in tal van onbemande ruimteprojecten. Zo verzorgt het volgstation het testen van navigatie- en communicatiesatellieten in de ruimte en voorziet het de communicatie met de Europese Artemis, Integral en PROBA kunstmanen. In het verleden werden vanuit dit grondstation de eerste signalen opgevangen van Europa's eerste navigatiesatellieten en was het complex betrokken bij de eerste lasercommunicatie in twee richtingen tussen twee satellieten. Het volgstation in Redu is in de streek vooral gekend om zijn grote schotelantennes die gebouwd werden in een speciaal uitgekozen nabijgelegen dal.
De Belgische minister van Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle maakte op een persconferentie, op maandag 18 mei 2009, bekend dat België voor de nieuwe ruimtemissie van Frank De Winne geen enkele euro extra betaald heeft. Volgens de minister werd Frank De Winne gekozen voor deze langdurige ruimtemissie omwille van zijn professionele en persoonlijke kwaliteiten. De Winne zou ondermeer over uitstekende wetenschappelijke, medische en managementscapaciteiten beschikken en hij heeft ook nog eens het talent om iets te kunnen uitleggen in een verstaanbare taal voor een groot publiek.
Afgelopen weekend vond in de Brabanthal in Leuven de vijfde editie plaats van de Vlaamse Ruimtevaartdagen. Tijdens de opening van dit driedaagse evenement maakte de Vlaamse ruimtevaartindustrie (VRI) bekend dat ze momenteel een omzet halen van 200 miljoen euro. In 1995 werd de VRI opgericht en bestond deze uit 11 leden. Vandaag de dag telt de VRI 34 leden. Op de vijfde Vlaamse Ruimtevaartdagen in Leuven kon men kennismaken met Vlaamse bedrijven, instellingen en universiteiten die te maken hebben met ruimtevaart.
België zal tijdens de komende 5 jaar haar bijdrage voor de Europese ruimtevaartorganisatie ESA met 20 procent verhogen. En dat is erg goed nieuws voor heel wat Belgische ruimtevaartbedrijven en de tewerkstelling in deze sector, stelt Belgospace, dat de meeste Belgische ruimtevaartbedrijven en leden van Agoria verenigt. Door de investering kunnen een vijftigtal bedrijven, onderzoekscentra en universiteiten, die ongeveer 5000 mensen tewerk stellen, rekenen op nieuwe opdrachten. De Belgische overheid investeert de komende vijf jaar 947 miljoen euro in ESA. In 2009 wordt 173,6 miljoen euro vrijgemaakt. Dat maakte zopas federaal minister voor Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle bekend. Nog goed nieuws is dat de historische schulden van België aan ESA weggewerkt zijn.
Op 25 en 26 november 2008 vond in het Nederlandse Den Haag de driejaarlijkse ESA ministerraad plaats. Voor Federaal minister van wetenschapsbeleid Sabine Laruelle was dit haar eerste ESA ministerraad en deze is erg opgetogen over het resultaat ervan. België staat vandaag de dag op de tweede plaats in de lijst van inspanningen die per inwoner geleverd worden voor ruimteonderzoek en staat op de vijfde plaats wanneer het gaat over deelnames aan operationele ruimteprogramma’s. Net voor deze belangrijke ministerraad had de minister nog een kredietnota van 103 miljoen euro, die België verschuldigd was aan het Europese ruimtevaartagentschap ESA, in orde gebracht.