België heeft heel wat sterrenkundigen gehad die elk op hun terrein baanbrekend werk hebben verricht. Met Charles Fievez was dat niet anders. Laat ons het leven en werk van deze Belgische sterrenkundige uit de 19e eeuw eens van wat dichter bekijken. Hij was immers de pionier van de sterrenkundige spectroscopie in België.
Personalia
Charles Fievez is geboren in Brussel op 13 mei 1844 en stierf op 2 februari 1890 in Schaarbeek. Hij heeft niet lang geleefd, hij werd 46 jaar, maar zijn korte leven én carrière waren vruchtbaar. In december 1862 stierf zijn moeder en in april 1869 zijn vader. Hij heeft hoofdzakelijk in Brussel en Luik (1856 - 1866) gewoond. Zijn vader, en langs diens kant, was afkomstig van Bergen (Mons). Zijn naam wordt ook soms weergegeven als Vievez, Fiévez of Fieviez. Zijn zussen droegen de naam Fievet, door een fout bij de geboorteaangifte.
Nog tijdens zijn studies in Luik wordt zijn eerste zoon geboren: Charles-Edouard (°1864). Hij huwde pas in 1872. Hij kreeg negen kinderen. Al in 1866 overleed zijn zeer jonge zoon Victor. Zijn dochter Marie-Louise (°1868) overlijdt op de leeftijd van zes jaar. In 1876 kreeg hij een tweeling, maar ze leefden niet lang. Dochter Anna stierf in 1880, voor haar eerste verjaardag. In 1880 wordt het laatste kind geboren, zoon Jules. Hij had zeker drie zoons die hem overleefden: Charles-Edouard, Arthur en Jules. De oudste zoon heeft zeker geprobeerd om de herinnering aan zijn vader levend te houden. Hij kon echter geen baan aan de sterrenwacht bemachtigen. Hij was als amateursterrenkundige lid van de Société Belge d'Astronomie. Hij schreef artikelen voor Ciel et Terre. Arthur had een uitmuntende militaire carrière. Jules was tien jaar toen zijn vader stierf.
Hij overleed aan de gevolgen van een hartaandoening. Folie, toen directeur van de sterrenwacht, heeft hem uitgebreid herdacht op 6 februari 1890. Na zijn overlijden wordt hij door de nabestaanden te voet, op een bed en bedekt door een laken, van zijn huurhuis nabij de sterrenwacht naar het familieadres in Schaarbeek gedragen. De politie onderschepte de familie echter die rechtsomkeert moest maken. Het voorval haalde de kranten. Mogelijk wilde het gezin verhullen dat hij al een tijd niet meer thuis woonde. Over zijn leven voor hij op de sterrenwacht verscheen is weinig bekend. Het blijkt uit de bevolkingsregisters niet dat hij tot de leeftijd van elf jaar thuis of bij familie zou hebben gewoond.
Opleiding
Over zijn middelbare studies (1855 - 1861) bestaan uiteenlopende gegevens. Waarschijnlijk liep hij school in het Collège Saint-Michel, toch zeker de eerste twee jaar, en de laatste vier jaar in het Instituut Dupuich. Zijn hogere studies (1861 - 1867) begonnen met een jaar aan de militaire school in Brussel, maar hij faalde waarschijnlijk. Hij zag het mogelijk als een voorbereidend jaar voor studies burgerlijk ingenieur. Leerlingen aan de militaire school deden hun oefeningen scheikunde in het laboratorium van het Koninklijk Museum voor de Nijverheid – hij proefde er van de spectroscopie. Hij schreef zich in Luik in eind 1863. Hij behaalde geen hoge punten (in de 60%). In 1867 werd hij ingenieur van kunsten en ambachten.
Werk en leven
Hij diende in het leger van 1868 tot 1870.
Hij heeft van 1870 tot 1877 gewerkt in de industriële scheikunde, samen met Louis Melsens, maar het is niet duidelijk in welk laboratorium. Mogelijks werkten ze onbezoldigd – Fievez had middelen genoeg door enkele erfenissen. Hij kon rentenieren, huwde in 1872 en kocht een huis in Schaarbeek in 1873. In 1874 werd een commissie aangesteld om de wetenschappelijke richting van de Koninklijke Sterrenwacht van België (Guidestar augustus 2011) te bepalen. Onder meer de astronomische spectroscopie moest verder ontwikkeld worden en er moest er nieuw personeel aangeworven worden. Hij werd door Houzeau (1820 - 1888)(directeur van de sterrenwacht, 1877 - 1883) uitgenodigd om er te werken vanaf 1877, nadat de chemici Melsens en Stas het mee hadden bewerkstelligd.
Houzeau wilde de nieuwe dienst spectroscopische waarnemingen aan Fievez toevertrouwen en zond hem voor zes maanden naar Meudon (Frankrijk) om er te studeren onder leiding van Janssen. Bij zijn terugkeer midden 1877 voorzag Houzeau hem van alle instrumenten voor een spectroscopische dienst. Wat dat moest zijn wist hij van chemicus Stas die een brief had geschreven aan de Italiaan Angelo Secchi en een uitgebreid antwoord had gekregen. Van 1877 tot 1882 heeft Fievez regelmatig de Zon waargenomen. Ook in 1878 verbleef hij nog enkele keren in Meudon. Op 30 december 1878 wordt hij assistent-sterrenkundige benoemd en op 30 januari 1884 wordt hij sterrenkundige, tijdelijk belast met de leiding van de dienst fysische sterrenkunde. Hij werkte aan de sterrenwacht tot 1890. In 1881 bezocht hij de sterrenwacht van Potsdam in Duitsland.
De opvolger van Houzeau als directeur, François Folie (1833 - 1905), steunde Fievez ook. Hij stelde zelfs alles in het werk om hem de leiding te geven over de cursus astrofysica te Luik. In 1888 werd hij verkozen tot wetenschappelijk Correspondent van de Koninklijke Academie van België. Hij was ook lid van de Societa degli Spettroscopisti Italiani, de Astronomische Gesellschaft en de International Astronomical Society (voorganger van de Internationale Astronomische Unie (Guidestar december 2010)). In 1885 observeerde hij een verbreding van spectraallijnen door de aanwezigheid van een magnetisch veld of het verhogen van de temperatuur van de vlam dat het staal opwarmde. Hij kon het fenomeen echter niet verklaren. Pas elf jaar later herontdekte de Nederlander Pieter Zeeman (1865 - 1943) het effect en het kreeg dan ook zijn naam. De verklaring werd later door Hendrik Lorentz gegeven. Zeeman en Lorentz kregen in 1902 de Nobelprijs. Het Zeemaneffect wordt nu onder andere aangewend om de magnetische velden van de Zon en van andere sterren te bestuderen.
In januari 1897 (zeven jaar na zijn overlijden) ontvingen zowel Heike Kamerlingh-Onnes als de in Berlijn werkzame Nederlandse natuurkundige Henri du Bois een brief van Edmond van Aubel, hoogleraar experimentele natuurkunde en fysische chemie aan de universiteit van Gent. Als vroegere assistent van Fievez kwam hij op voor diens belangen. Kamerlingh-Onnes (1853 - 1926)(maakte helium vloeibaar in 1908 en kreeg Nobelprijs in 1913 voor de ontdekking van supergeleiding) was overste van Zeeman. Kamerlingh-Onnes liet zich laatdunkend over de Belgen uit. Zeeman schreef in zijn Engelstalige artikel over het Zeemaneffect dat wat Fievez had waargenomen niet helemaal hetzelfde was als wat hij had gezien en dat de waarnemingen in tegenspraak leken met de theorie. Verder onderzoek was volgens Zeeman nodig, maar definitief uitsluitsel is er nooit gekomen. Hij heeft de verhuis van de KSB van Sint-Joost-ten-Node (waar het is opgericht in 1826) naar Ukkel niet meegemaakt. De verhuis voltooide in 1891. Hij had ook interesse voor sociale en politieke onderwerpen. Hij stond op de verkiezingslijsten van 1879 derde op een liberale lijst. De partij won de verkiezingen en hij had een mandaat tot eind 1884. Zijn ware reden om in de lokale politiek te gaan is onduidelijk.
Spectroscopie
Spectroscopie is de wetenschap die de omstandigheden (temperatuur, druk, samenstelling, …) van lichtbronnen onderzoekt door onderzoek van het spectrum. Het spectrum is de ontbinding van de ontvangen straling in de samenstellende onderdelen. Rond 1860 ging men het belang van dergelijke studies steeds meer inzien. Iedereen kent het spectrum van zonlicht: men kan het tijdens een regenbui aan de hemel zien als een regenboog. Het spectrum wordt hier niet gevormd door een prisma of diffractierooster, maar door de vele regendruppels. Aan het einde van de 19e eeuw bestonden naast het spectroscopisch laboratorium aan de sterrenwacht niet veel plaatsen in België waar men wetenschappelijk onderzoek in de spectroscopie kon verrichten. Het Koninklijk Museum voor de Nijverheid had een bijkantoor waarin een scheikunde laboratorium was ondergebracht van 1849 tot 1885. Het bevatte een belangrijke spectroscopische uitrusting en deed onderzoek voor de industrie. In 1885 werd het museum opgedoekt en werd het laboratorium verplaatst. In 1887 verwoestte een brand het laboratorium en de producten. Fievez maakte van spectroscopie zijn meesterwerk. Naast de hierboven opgesomde feiten deed hij ook een uitgebreide studie van het spectrum van koolstof. België heeft op het vlak van spectroscopie én onderzoek van de Zon een goede, internationale reputatie. Sterrenkundigen van Luik hebben op de Zwitserse sterrenwacht Jungfraujoch (circa 1950) een atlas van het spectrum van de Zon in zeer hoge resolutie samengesteld, dat nog steeds van belang is. Op wetenschappelijk vlak werkte Georges Lecointe (1869 - 1929)(van 1900 tot 1925 directeur van de sterrenwacht in Brussel) hem tegen door het belang van astrofysica niet te willen erkennen. Na de dood van Fievez en het pensioen van Eugène Spée (werkzaam op de sterrenwacht van 1885 tot 1909) blokkeerde Lecointe voor vele jaren alle spectroscopische onderzoeken.
Prijzen en naamdragers
Naar hem is de planetoïde Fievez genoemd (nummer 5365). Hij is in maart 1981 ontdekt door de Belg Henri Debehogne (1928 - 2007) en G. DeSanctis. In de citation note stond naast een korte biografie dat hij op La Silla is ontdekt. In 1994 werd in Brussel ter gelegenheid van zijn 150e verjaardag een bijeenkomst gehouden onder de titel ‘Workshop on Laboratory and astronomical high resolution spectra’. Zijn honderdste geboorteverjaardag kon moeilijk gevierd worden door de Tweede Wereldoorlog. Tot een paar decennia na zijn dood wordt hij enkele keren vermeld in literatuur, maar daarna verdween hij uit de aandacht. Geen enkel fenomeen of theorie uit de fysica draagt zijn naam. Literatuur
Zijn eerste publicatie, verschenen in 1879, was een lijst van bijna 900 referenties van beoordeelde artikels die betrekking hebben op de spectroscopie. Fievez publiceerde altijd alleen, behalve zijn laatste werk dat hij schreef met Edmond Van Aubel.
Hij publiceerde artikels over spectroscopie tussen 1880 en 1889. De meeste verschenen in de tijdschriften van de Koninklijke Academie van België of in het Jaarboek van de Koninklijke Sterrenwacht van Brussel. Hij publiceerde over zowel spectroscopie op zich als over spectroscopie van hemellichamen. Artikelen van hem verschenen ook in buitenlandse tijdschriften.
Hij is medeoprichter van het populaire tijdschrift "Ciel et Terre", in 1880. Hij publiceerde er ook artikels in.
Zijn twee belangrijkste werken zijn de atlas van het zonnespectrum (Étude du Spectre Solaire, 1882) en een werk over de verbreding van spectraallijnen in een magneetveld (De l'influence du magnétisme sur les caractères des raies spectrales, 1885). Voor de eerste heeft hij op negen opnamen 2.400 spectraallijnen in het zichtbare gedeelte van het zonnespectrum, tussen 460 en 660 nm, ingetekend. In 1885 nam hij met dezelfde techniek 360 lijnen waar in het rode gedeelte (tussen 656 en 760 nm).
In het Astrophysics Data System (ADS) verscheen van de hand van A. J. Sauval, R. Blomme en N. Grevesse in 1995 een artikel getiteld ‘Charles FIEVEZ, 13 Years of Spectroscopy at the Observatoire Royal de Bruxelles (1877 - 1890)’. Het belichtte het leven en belang van zijn werk aan de Koninklijke sterrenwacht op het vlak van spectroscopie. Het is uitgegeven door de Astronomical Society of the Pacific.
De website http://openlibrary.org/authors/OL5684101A/Charles_Fievez vermeldt vier werken van hem van de periode 1880 tot 1882. Drie van de werken gaan over spectroscopie en/of de Zon en één werk handelt over kometen (een studie naar de lichtkromme van de komeet van 1881).
P. Swings heeft in 1952 in het Jaarboek van de Koninklijke Academie van België een biografie over Fievez geschreven. Swings was verantwoordelijk voor de heropleving van astrofysica in België na veertig jaar stilstand door de dood van Fievez en de ban van Lecointe.
Bronnen
Op internet is niet zo veel over hem te vinden. Uitgebreide informatie is wel te vinden over de conferentie in 1994 en daarin komt ook zijn leven en werk aan bod http://articles.adsabs.harvard.edu//full/seri/ASPC./0081//0000001,001.html
De brochure die naar aanleiding van de conferentie door de sterrenwacht werd uitgegeven bevat een schat aan informatie, maar er wordt ook soms beredeneerd gegist over bepaalde feiten.