Op maandag 21 september 2009 hebben honderden schoolkinderen uit vier Europese landen les gekregen van Frank De Winne. De Belgische ruimtevaarder demonstreerde tijdens dit uniek evenement een experiment terwijl hij zich aan boord van het Europese ruimtelabo Columbus bevond op 360 kilometer boven de Aarde. Tijdens een twintig minuten lange verbinding konden kinderen uit vier educatieve wetenschappelijke instellingen, waaronder ook Technopolis in Mechelen, rechtstreeks het experiment 'Hebben objecten in de ruimte een gewicht?' volgen. Dit leerrijk experiment werd voorgesteld door verschillende Europese leraars en toont de berekening aan van de massa van een object aan boord van het internationaal ruimtestation ISS.
Deze berekening werd gemaakt door de tijd te meten dat het object erover doet om heen en weer te bewegen terwijl het aan twee veren bevestigd is. De schoolkinderen uit Barcelona, Thessaloniki, Milaan en Mechelen voerden het experiment ook ter plaatse uit en kregen hierdoor een beter inzicht in begrippen als 'gewicht' en 'massa'. De verbinding vanuit het ISS werd mogelijk gemaakt via de technische middelen van het ESA onderzoekscentrum (ESTEC) dat gelegen is in het Nederlandse Noordwijk. Vanuit het ESTEC werd het signaal uiteindelijk doorgezonden naar de vier locaties in Spanje, Griekenland, Italië en België. Volgens ESA's directeur voor bemande ruimtevluchten Simonetta Di Pippo hebben dergelijke projecten een enorme educatief en inspirerent effect bij jongeren. Astronauten zijn vogens Di Pippo de beste ambassadeurs die op een zeer efficiënte manier moeilijke natuurkundige verschijnselen eenvoudig kunnen demonstreren. Deze bijzondere gebeurtenis kadert in het ESA project 'Neem je klas mee de ruimte in' en is één van de vele educatieve projecten die op het programma staan tijdens de zes maanden durende ruimtemissie van Frank De Winne.