Naast het Europese ruimtevaartagentschap ESA kent Europa nog een tweede grote organisatie die actief is in de ruimte. EUMETSAT staat voor 'European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites' en is een intergouvernementele organisatie die in 1986 opgericht werd. Naast België maken nog 25 andere landen deel uit van deze organisatie die samen EUMETSAT financieren.
EUMETSAT financiert en exploiteert een operationeel net van Europese meteorologische geosynchrone en polaire satellieten die ervoor zorgen dat de leden van EUMETSAT 24 uur per dag en 365 dagen per jaar beroep kunnen doen op zijn diensten. De data die deze satellieten leveren, wordt gebruikt voor dagelijkse weersvoorspellingen en het observeren van het milieu en het klimaat. Voor België is het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) de hoofdgebruiker van de EUMETSAT-diensten die deze vooral gebruiken voor weersvoorspellingen.
Het hoofdkwartier van EUMETSAT bevindt zich in het Duitse Darmstadt waar zich het controlecentrum van de satellieten bevindt en de gegevens gedistribueerd worden naar duizenden directe gebruikers in Europa en Afrika. Naast de 26 Europese leden die deel uitmaken van EUMETSAT, bevinden zich nog eens vijf Cooperating States in deze organisatie. Deze Cooperating States kunnen later volwaardig lid worden van EUMETSAT en betalen elk jaarlijks 50% van een volwaardig lidmaatschap. Elk lid binnen EUMETSAT heeft één stem. Deze stemmen worden gebruikt bij belangrijke beslissingen waarvoor vaak unaniem moet gestemd worden. De financiering van deze grote organisatie wordt bepaald door het individuele bruto nationaal inkomen. In 2009 betaalde België 2,66% van het totale EUMETSAT budget. De grootste bijdragen komen van Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje. Aan het hoofd van EUMETSAT staat de directeur-generaal die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de taken binnen de organisatie en die de beslissingen van de raad opvolgt.
EUMETSAT en zijn satellieten
Het succesverhaal van EUMETSAT en zijn satellieten gaat hand in hand samen met het succes van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Sinds de oprichting werkt EUMETSAT nauw samen met ESA. EUMETSAT deed beroep op de wetenschappelijke kennis van ESA voor de ontwikkeling van de eerste Meteosat satellieten. Daarnaast was ESA ook één van de drijvende krachten achter de originele oprichting van EUMETSAT. De laatste 20 jaar werd de relatie tussen beide Europese organisaties steeds beter waardoor ESA een belangrijke partner geworden is van EUMETSAT. In afwachting van de oprichting van EUMETSAT startte ESA in maart 1983 met het Meteosat Operational Program (MOP). Dit programma beheerde de bouw en de lanceringen van de Meteosat-4, -5 en -6 satellieten en zijn operationele activiteiten tot november 1995. De eerste operationele satelliet in dienst van EUMETSAT (Meteosat-4) werd uiteindelijk in april 1989 in de ruimte gebracht door een Europese Ariane raket. Net als zijn opvolgers was Meteosat-4 een geosynchrone weersatelliet die vanop een hoogte van 36 000 kilometer beelden van de Aarde en haar atmosfeer maakte. Deze eerste generatie Meteosat satellieten stuurde elk half uur beelden in drie spectrale kanalen naar het controlecentrum waarna tal van nationale meteorologische instituten deze gebruikten. De 282 kilogram zware satellieten werden gebouwd door het COSMOS consortium waar bedrijven als Aerospatiale, Matra, Selenia Spazio en Marcony Company deel van uitmaakten. In juni 1994 startte EUMETSAT met het Meteosat Second Generation (MSG) programma waarvan vandaag de dag al twee satellieten in de ruimte gebracht werden. Het MSG programma bestaat uit een vloot van drie satellieten die sterk verbeterde eigenschappen bieden ten opzichte van de eerste generatie. De tweede generatie Meteosat satellieten maakt opnamen in meer verschillende spectrale kanalen (12 in plaats van 3) en dit om de 15 minuten. Behalve de eerste Meteosat kunstmaan werden alle andere in de ruimte gebracht door Europese Ariane raketten. Sinds 2000 werkt EUMETSAT aan de ontwikkeling van het Meteosat Third Generation (MTG) programma dat het succes van de tweede generatie Meteosat satellieten moet verderzetten vanaf 2015.
Ingenieurs controleren een laatste maal een Meteosat satelliet net voor zijn lancering - Foto: ESA.
Naast de Meteosat satellieten, die zich in een geosynchrone baan om de Aarde bevinden, doen EUMETSAT en haar leden ook beroep op satellieten die zich in een polaire baan om onze planeet bevinden. Dit programma kreeg de naam MetOp en moet het verouderde Amerikaanse TIROS netwerk vervangen. De MetOp satellieten bevinden zich op een hoogte van 800 tot 850 kilometer en maken in minder dan twee uur een omwenteling om onze polen. Hierdoor brengen deze satellieten elk deel van de Aarde onder hen om de zoveel uur in beeld. Een ander groot verschil met de Meteosat satellieten is dat de MetOp kunstmanen uitgerust worden met tal van wetenschappelijke instrumenten die ondermeer het ozongat, de windsnelheden en de luchtvochtigheid in de gaten houden. Op 19 oktober 2006 werd de eerste MetOp satelliet in de ruimte gebracht en werd dit de eerste Europese polaire weersatelliet. EUMETSAT wil elke vijf jaar een nieuwe MetOp satelliet in de ruimte. Het hele programma heeft een prijskaartje van 2,4 miljard euro waarvan 550 miljoen euro betaald wordt door EUMETSAT.
Artistieke impressie van een MetOp weersatelliet in zijn polaire baan om de Aarde - Foto: ESA.
België en EUMETSAT
België participeert via het KMI voor 2,66% in EUMETSAT en behoorde samen met 15 andere landen tot de eerste leden. Dankzij deze participatie worden we dagelijks geconfronteerd met weersvoorspellingen en blijven we op de hoogte van de laatste klimaatsveranderingen. Naast het maken van weersvoorspellingen is het Belgisch Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) ook nauw betrokken bij het Geostationay Earth Radiation Budget (GERB) instrument aan boord van de MSG-1 (Meteosat-8) satelliet. GERB is een scannende stralingsmeter met twee breedbandkanalen die samen worden gebruikt om de warmtestraling te meten die wordt uitgezonden door de Aarde. Op die manier kunnen wetenschappers de verhouding meten tussen de energie die de Aarde ontvangt en de energie die ze terug de ruimte instraalt. Het KMI speelde een sleutelrol in de ontwikkeling van het GERB-instrument en levert België ook de helft van de grondsegmentinfrastructuur en -diensten voor dit instrument. Om de satellietgegevens van zowel Europese alsook internationale weersatellieten (NOAA) zo goed mogelijk te verwerken, richtte EUMETSAT de Satellite Application Facilities (SAF's) op. Elke SAF zet gegevens om in afgewerkte producten of gespecialiseerde toepassingen die door meteorologische diensten kunnen gebruikt worden. Het KMI is betrokken bij de SAF Klimaat Monitoring, de SAF Analyse van het Aardoppervlak, de SAF Operationele Hydrologie en Waterbeheer en de SAF Ozon en Atmosferische Chemie Monitoring. Het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) is eveneens betrokken bij deze laatste SAF.
Dankzij gedetailleerde opnamen van de Aarde door de EUMETSAT satellieten kunnen meteorologische
instituten zoals het KMI voorspellingen maken - Foto: KMI